[:nl]
De Zweetvoetenman, over rechtszaken & regels (en een hoop gedoe). Wat een leuk toegankelijk boek over de rechtspleging hebben Huizing en Westermann gemaakt. Huizing schreef de teksten en Westermann maakte de illustraties. Het is een grappig en vlot geschreven boek, alsof de lezer in gesprek is met de verteller. De lezer werpt bezwaren of vragen op en de verteller reageert. De illustraties zijn werkelijk prachtig en zo vol leuke details, dat je het boek ook om de plaatjes zou doornemen.
Maar vooral is het een boek dat aan de hand van zo actueel mogelijke voorbeelden ingaat op het recht. Ieder hoofdstuk begint met een vraag: Kun je een boete krijgen voor zweetvoeten? Heeft een hond inspraak? Mag je je gestolen fiets terugstelen? Waarom bemoeit de overheid zich met hagelslag? Wat als Typhoon een lijk in zijn achterbak had verstopt? Hoe kon het dat Lucia de B. ruim zes jaar onschuldig vastzat?
Ik smul van dit soort vragen en heb dan ook genoten van de verhalen en uitleg, zonder dat het boek te uitleggerig is geworden. Goed gedaan! Aanrader![:]
Maandelijks archief: maart 2018
[:nl]Laura Broekhuysen – Winter-IJsland[:]
[:nl]
IJsland in kleur, zo zou ik dit boek willen noemen. Ondanks de sneeuw, de wind en de winterluchten, weet Laura Broekhuysen de IJslandse fjord waar ze met haar gezin is gaan wonen, kleur te geven. Het is een taalervaring die ik niet eerder heb meegemaakt. Prachtig, poëtisch, creatief. Iedere zin wil ik onthouden, omdat ze de taal zo mooi weet aan te wenden om iets gewoons te omschrijven. Twee citaten:
De luwte, schichtig, blijft nooit lang op één plek. Als het eb wordt trekt de zeen een luchtstroom met zich mee in het kielzog, wind wordt de helling af getrokken over ons land. Soms komt hij van vier kanten, we doen een stoelendans om het huis op het ritme van het getij. In het najagen van luwte is de wind sneller dan wij – welke hoek we ook om slaan, hij is ons voor geweest.
Ook de natuur ondergaat inflatie als je er veel van hebt. Een dal zonder water vind ik nu niet veel bijzonders, terwijl we hunkerden naar zo’n plek toen we dagelijks het Vondelpark doorkruisten. Wijs ik mijn dochter op een regenboog, aankijkt ze ternauwernood op – weer een regenboog? Ik heb er vandaag al vijf gezien.
[:]