De vorige Indriðason (Schemerspel) had ik even overgeslagen omdat ik het liefst de boeken lees met Erlendur in de hoofdrol. In dit boek is dat weer het geval, zij het dat dit verhaal zich afspeelt aan de start van Erlendur’s politieloopbaan en nog voordat hij bij de recherche gaat werken.
Wat mooi is aan deze boeken zijn de schetsen van het IJslandse leven, van de mensen in de marge en hoe ze in de marge terecht zijn gekomen. Indriðason doet dat knap, zodat de personages na een paar zinnen al gaan leven. Ik zie ze voor me. Dat vind ik knap.
In deze thriller komt een dakloze om het leven door verdrinking in een ondiepe turfafgraving. Zijn verdrinking wordt al snel geïnterpreteerd als een ongeluk; dat hij met zijn dronken hoofd het water in is gelopen. Erlendur heeft een buitengewone belangstelling voor verdwijningen en onopgeloste zaken en duikt erin. In zijn vrije tijd gaat hij op zoek in archieven, spreekt mensen aan die de vermisten of slachtoffers kennen en probeert de zaak zodoende alsnog op te lossen. Met geduld, met intuïtie. Erg fijn om te lezen.
Lie van Schelven liked this on Facebook.