[:nl]Bij de Correspondent hoorde ik een interview met Fréderike Geerdink dat me aansprak. Geerdink verbleef een jaar bij de PKK in Koerdisch gebied. Door het tekenen van grenzen aan het begin van de 20ste eeuw werden de Koerden verdeeld over vier landen: Turkije, Syrië, Iran en Irak. En in die gebieden leven/leefden de Koerden dan weer samen met andere volken.
Het verhaal van de PKK is altijd wat langs me heen gegaan. Ik zag Britta Böhler optreden voor Öcalan en zag de oneindige hoeveelheid touringcars aan het eind van mijn straat in Frankfurt, toen daar vorig jaar een reusachtige demonstratie van de Koerden plaatsvond. Maar ik heb nog nooit echt een ontmoeting gehad met Koerden. Dat heb ik nog steeds niet, maar door het lezen van dit boek is het lot van de Koerden wel voor me gaan leven en ik vermoed dat ik vanaf nu ook zal meeleven. Want Geerdink is er goed in geslaagd de zaak van de Koerden voor het voetlicht te brengen.
Boeiend in het interview en ook in dit boek is de ontwikkeling van de ideologie van de PKK. Anders dan ik dacht streeft de PKK geen natiestaat na, maar is het zoekende naar een toekomstbestendige vorm van samenleven. Ze wijzen het kapitalisme en het patriarchaat af en streven naar gelijkwaardigheid, vrijheid, rust, rechtvaardigheid en experimenteren met representatieve bestuursvormen. Veel van deze abstracties zijn nastrevenswaardig en zal iedereen als zodanig onderschrijven. Maar hoe doe dat in de praktijk? Daar doen de PKK-ers momenteel waardevolle ervaringen mee op en het is mijn indruk dat deze ervaringen de ideologie ook doen evolueren. Het is een ontwikkelingsgerichte beweging.
Vooral de gelijkheid van mannen en vrouwen fascineerde me. Dat is overal een actuele worsteling en ik vond het boeiend en inspirerend te lezen hoe de PKK deze gelijkheid handen en voeten geeft.
En hoe verhoudt de PKK zich tot geweld? Is het een terroristische organisatie? En hoe zit het met de haast heilige verering van Öcalan?
Lezen, dit boek![:]