Van Mersbergen schrijft een indringend verhaal over een carnavalsnacht. De hoofdpersoon heeft zijn leven ten dienste gesteld van anderen en krijgt eindelijk de ruimte om eens los te gaan. Van Mersbergen beschrijft op een prachtige manier het delirium. Hoe ons associatieve brein werkt en hoe het steeds wonderlijker werkt naarmate de alcoholinname toeneemt. Het boek doet me meer dan eerder begrijpen waarom carnaval belangrijk is; een functie heeft in de cyclus. Je maakt je los van het bestaande, je overziet, je doorziet, je voelt heftig, je voelt even niet. Mooi!