Martin Šimek – De vuurvliegjes achterna

In deze bundel schetst Šimek in een aantal korte verhalen zijn jeugd, zijn vertrek uit Tjecho-Slowakije en zijn bestaan als vluchteling in Nederland. Prachtige verhaaltjes die een intieme kijk geven in zijn leven. Wat me opvalt is zijn veerkracht en optimisme.
Ik ben het boek gaan lezen nadat ik Šimek op 5 mei 2011 in de Kleine Komedie heb zien optreden. Hij is een meesterlijke verhalenverteller ‘on stage’ en ik weet nu dat bij ook kan schrijven. En als interviewer hang ik aan zijn lippen. Fascinerend mens.

Arnaldur Indriðason – Doodskap

Weer een zeer goede thriller van de IJslandse Indriðason. Dit keer met aandacht voor de uitwassen in de IJslandse financiële sector voordat die helemaal instortte. Daar doorheen weeft hij weer de verhaallijnen van de rechercheur en van een jongen die het slachtoffer is van zijn stiefvader, die al in het vorige boek startte. Soepel geschreven, inlevend, geen helden maar worstelende mensen. Aanrader dus.

Laurent Binet – HhhH

HhhH staat voor Himmlers hersenen heten Heydrich. Het is een innovatief boek waarin het proces van het schrijven van het verhaal en het verhaal zelf door elkaar lopen. Een kunstje dat gauw verveelt, kun je denken, maar dat is het beslist niet.
De roman gaat over Reinhard Heydrich, een machtige nazi en tweede man na Himmler. Hij is ook een wreed beest en bedenker van de praktische uitvoering van de vernietiging van de joden en andere vijanden van het Derde Rijk. Veel mensen kennen zijn naam niet en dat komt doordat verzetsstrijders in Tsjecho-Slowakije een stokje staken voor zijn opmars binnen de nazimachine.
Prachtig vertelde roman die me niet losliet en waarin ik als het maar even kon doorlas.

Ineke de Jonge – Eigen terrein

Ineke de Jonge heeft een mooie verhalenbundel geschreven. Haar eerste boek en het is net uit.
In korte zinnen die de kern raken reis je mee naar allerlei steden. En naar de gedachtewerelden, angsten en zinnen, waar de hoofdpersonen vaak in eerste instantie geen raad mee weten. Introverte types. Eén keer zelfs zonder stem. Vrolijk is het niet, maar wel mooie beschrijvingen van de keerzijde van het leven. Goed gedaan Ineke!

Hans Fallada – Alleen in Berlijn

Hans Fallada schreef dit boek (456 bladzijden) in 1949 in 24 dagen. Ongelooflijk snel, want het steekt zo mooi in elkaar, dat het lijkt alsof er lang en gedegen werk voor is verricht. Het gaat over een Berlijns echtpaar wiens zoon sneuvelt in de strijd. Dit zorgt voor een ommekeer in hun denken over de Führer en de man besluit in verzet te komen. Ze vinden een creatieve manier die de autoriteiten het bloed onder de nagels vandaan haalt, maar waarmee ze jarenlang ongemoeid kunnen doorgaan.
Fallada weet zijn hoofdrolspelers prachtig te typeren en voor ieder karakter kun je op enig moment wel sympathie opvatten. Het toont ook op meeslepende wijze de manier waarop een dictatuur werkt en hoe ingewikkeld het is je te weren tegen onrecht of het recht staande te houden.
Prachtig boek en zeer de moeite waard om te lezen. Aanrader!

Veit Heinichen – Op de wachtlijst van de dood

De Duitser Veit Heinichen schrijft over misdaad in Trieste. Trieste ligt in het Noordoosten van Italië op de grens met Slovenië en Kroatië.
Zijn misdaadboeken waarin inspecteur Proteo Laurenti de hoofdrol speelt, nemen je mee naar de stad en omgeving. Persoonlijk vind ik dat een sentimental journey omdat ik daar een aantal jaar heb gewoond. Dat maakt veel goed, want het zijn lekker leesbare verhalen, maar niet zo best vertaald.
Dus, zin in een reisje naar Italië lees dan Heinichen, of Donna Leon natuurlijk.

Kathryn Stockett – Een keukenmeidenroman

Dit boek kreeg ik op mijn verjaardag en ik moet eerlijk bekennen dat de titel me niet echt aansprak. Toen las ik twee bladen met quotes uit allerlei kranten en tijdschriften en begreep ik dat het toch wel een bijzonder boek moest zijn. Dus ging het mee op mijn leesvakantie en na nog geen tien bladzijden wilde ik het al niet meer wegleggen. Het is dat mijn ogen ’s avonds snel dichtvallen, anders had ik het in een ruk uitgelezen.
Centraal staan twee zwarte huishoudelijke hulpen in het Mississippi van 1962. Dat zijn de tijden dat zwarten en blanken gescheiden leven en niet geacht worden met elkaar om te gaan, anders dan werkgever-werknemer. De derde hoofdpersoon is Skeeter een jonge talentvolle schrijfster die de verhalen van zwarte hulpen in het geheim wil vastleggen om hun stem te laten horen. Want ze worden geacht te zwijgen en te doen wat hen wordt opgedragen en soms is dat niet mals. Het blijkt niet gemakkelijk om de hulpen aan het praten te krijgen over hun bazinnen.

Nog grappig is dat ik bij het lezen van het boek moest denken aan de muziek van Caroline Herring en deze ook opzette. Later ontdekte ik dat ze uit dezelfde streek in Mississippi komen.

Herbjorg Wassmo – Honderd jaar

Wassmo neemt je mee naar de Lofoten in haar roman, een van mijn favoriete plekken op aarde (zie foto bovenaan deze pagina). Op de Lofoten liggen haar familiewortels en we krijgen een kijkje in het leven van haar overgrootmoeder, grootmoeder en moeder. Het is beslist mooi om te lezen, maar tegelijkertijd heeft het niet de intensiteit van Het boek Dina. De beschrijvingen van het harde leven in het koude noorden zijn mooi evenals het portret van de stotterende overgrootvader.