Spannende roman die in de jaren 50 is gesitueerd en de speurtocht naar de middeleeuwse Edda beschrijft. Een jonge talentvolle middeleeuwse manuscriptenlezer wordt door zijn hoogleraar uitgenodigd mee te helpen de Edda te vinden. Het boek is tijdens de Tweede Wereldoorlog zoekgeraakt.
Ook zonder de oude knorrepot Erlendur schrijft Indriðason goede boeken!
Henning Mankell – De Chinees
Goed en boeiend boek van Mankell. Het is een deels historische roman. Dat is een genre dat ik nog niet van hem had gelezen en dat doet hij prima. Hij beschrijft de krachten van het nieuwe China en gaat terug naar de bouw van de spoorwegen door de USA. Vooral het inkijkje in de Chinese ontwikkelingen vond ik erg de moeite waard.
Ken Blanchard – Gung Ho!
Aansprekend en praktisch boek over het motiveren van medewerkers. In een mooi verhaal gegoten, leert het over samenwerken (vertaling van het Chinese “gung ho”) volgens drie principes: de drijfveer van de eekhoorn, de werkwijze van de bever en de gave van de gans. Kort boekje dat de moeite waard is.
Marianne Williamson – Betoverende liefde
Zoetsappig boek over de kracht van liefde. Erg Amerikaans en teveel van het goede. Ik kan me voorstellen dat ze een goede boodschap heeft, maar dit boek is te gemakkelijk – in een soort kletsstijl – geschreven.
Liza Marklund – Levenlang
Weer een heerlijke en spannende Annika Bengtzon roman. Marklund neemt me mee in het leven van de journaliste. Haar boeken zijn altijd een combi van werk en privé en hoe uitdagend het is deze twee te combineren. Bij Annika loop het privé flink uit de hand, nadat de vorige roman eindigde met een uitgebrand huis en een ex die bij zijn minnares intrekt.
In het boek staat een moord op een politieman centraal. Zijn vrouw wordt in zeer verwarde toestand in de woning aangetroffen en blijkt hem te hebben omgebracht. Hun zoontje is spoorloos. Annika is eigenlijk een soort Peter R. de Vries van Zweden.
Charles Lewinsky – Het lot van de familie Meijer
Lewinsky heeft een familiegeschiedenis geschreven over vijf generaties Meijers in Zwitserland van 1871 tot 1945. Het is een dik boek (658 p), maar het leest als een trein. Lewinsky weet de personages met een paar rake zinnen te typeren, waardoor je snel deelnemer bent van het verhaal. Anderszijds blijft het de eerste helft van het boek toch wat afstandelijk, misschien wel omdat je het perspectief steeds wisselt tussen de personages.
De tweede helft is anders, omdat de familie echt tot leven is gekomen en aan het eind pinkte ik zelfs een traantje weg bij een mooi en liefdevol familiegebaar. Verweven in het verhaal is het opkomende antisemitisme; altijd erg pijnlijk om te lezen.
Jolanda Linschooten – Poollicht
Mooi boek om te lezen. De foto’s zijn een lust voor het oog. Allemaal prachtige foto’s van de wildernis rond de Noordpool. Ook de teksten zijn goed: compact geschreven, open en ze geven een goed inzicht hoe het is om (alleen) rond te trekken in de barre noordelijke omstandigheden. Mijn liefde voor de poolstreek is er weer heviger van geworden. Wanneer kan ik er weer heen?
Oscar Brenifier – Waarom leef ik?
Dit boek komt uit de serie “FiloSofie voor kids”. Het is een mooi vormgegeven boek met vrolijke illustraties en leuk om te lezen. In het boek staan de volgende vragen centraal:
- Hoe kun je gelukkig zijn?
- Word je later kampioen?
- Waarom is het leven hard?
- Waarom bestaat de mens?
- Waarom leven wij?
- Waarom gaan we dood?
De kinderen bladeren er regelmatig in en laten de plaatjes goed op zich inwerken. Aanrader!
Donna Leon – Mijn Venetië
Leuk boekje met verhaaltje uit het leven van Donna Leon. Niets meer en niets minder. Voor één euro in de boekhandel.
Gerrit Jan Zwier – Zilverig licht
Reisverslagen van Gerrit Jan Zier die diverse noordelijke landen bezoekt. Landen en streken die zich kenmerken door ander licht; zilverig licht. Vooral de stukken over Spitsbergen en IJsland spreken tot de verbeelding en wekken de reislust op. Het doet me terugdenken aan de heerlijke zeiltocht bij de Lofoten op zoek naar Orka’s. Snel maar weer plannen maken.