[:nl]Dit boek bracht zoveel herkenning teweeg dat het soms even lastig was om door te lezen. Hoofdpersoon is Aaf, een vrolijk meisje dat graag in het meer achter het huis zwemt. Haar vader en moeder zijn zeer toegewijd aan god en leiden zelfs een eigen geloofsgemeenschap. Met vallen en opstaan, dat wel, maar hun geloof in god kent geen grenzen. Hoe verhoud je je daartoe als kind? Wat is er mooi aan die volledige toewijding? Welke waarden krijg je mee als je in zo’n huisgemeente opgroeit? Wie komen er op zo’n gemeenschap af? Welke liedjes ken je dan (zelfs op je 45ste nog woordelijk)? Waar gaat het mis en wat loopt er spaak?
Al deze vragen kwamen bij met op terwijl ik dit boek las, omdat het haast een beschrijving van mijn eigen jeugd is, inclusief het wedstrijdzwemmen bij de Dolfijn. Het is prettig om er aan de hand van dit boek rustig bij stil te staan en de impact van zo’n jeugd op mijn eigen leven nog eens te overdenken. Dat is zeer waardevol.
Anke Kranendonk heeft het boek overigens erg knap geschreven: mooi en terughoudend. Geen woord teveel. [:]