Categorie archieven: fictie

Charles Lewinsky – De verborgen geschiedenis van Courtillon

Na de familiegeschiedenis van de Zwitserse Meijers, keek ik uit naar dit nieuwe boek van Lewinsky. In dit boek figureert een Duitse leraar die naar Frankrijk is afgereisd om te ontsnappen aan een vervelende affaire. Hij ontleedt als buitenstaander het dorp Courtillon, maar wordt langzaam maar zeker de dynamiek van de gemeenschap ingezogen.
Het dorp heeft zijn verhalen, sommige al erg oud en sommige voltrekken zich voor zijn ogen. En de dorpelingen nemen geen halve maatregelen. Boeiend en aardig geschreven, maar geen meesterwerk zoals het vorige boek.

Lisa Moore – Februari

Moore heeft een aparte stijl waar ik even aan moest wennen, maar die me steeds meer in de greep kreeg. Een mooi boek dat me nog een tijd lang vasthield en waardoor ik niet meteen met een nieuw boek kon beginnen.
Hoofdpersoon is Helen een vrouw die op jonge leeftijd haar man verliest en dan alleen de zorg voor vier kinderen heeft. Hoe haar man overleden is, houdt haar bezig maar weerhoudt haar er ook van verder te leven. Mooi, mooi en fijn op Newfoundland gesitueerd.

Ayn Rand – De eeuwige bron

In 1943 schreef Ayn Rand dit boek, maar het is tijdloos gebleken. De oorspronkelijke titel is “The Fountainhead”. Centraal in haar boek staat de architect Roark die koste wat kost ontwerpt wat uit zijn bron naar boven borrelt. Hij is een compromisloze schepper. Zijn bouwwerken benemen mensen de adem; zowel uit afschuw omdat het angst oproept voor iets groters dan zijzelf, maar ook uit bewondering dat iemand daartoe in staat is. Tegenover Roark positioneert Rand de tweedehands mens. Zij die geen oorspronkelijke ideeën hebben, maar overnemen wat de krant of een begenadigd spreker hen voorkauwt. De tweedehands mens parasiteert op de ander.
Dat is confronterend om te lezen! Want hoe vaak ben ik niet een tweedehands mens. Het roept me ook op om te scheppen. Dat is geen fluistering meer maar een flinke bons op de deur!
Fantastisch boek dus.

Charlotte Mutsaers – Koetsier Herfst

Omdat de hoofdpersoon van dit boek in mijn huis (!) woont en ook een lofzang op de straat uit, wilde ik het graag lezen. Mutsaers woonde ooit ook in dit huis.
Ik ben tot bladzijde 80 gekomen en heb het toen opgegeven. Het kon me niet boeien. Mutsaers is creatief en origineel, maar een verhaal moet me ook pakken om 460 bladzijden door te lezen. Helaas.

Marisha Pessl – Calamiteitenleer voor gevorderden

Pessl heeft een bijzonder boek geschreven. Hoewel ik bijna verdronk in de citaten en verwijzingen, greep het verhaal me toch en moest en zou ik doorlezen. Pessl schrijft over de dochter van een intellectuele hoogleraar vader, die haar stimuleert alles wat los en vast zit te lezen. Haar moeder is gestorven toen ze nog heel jong was. Vanwege het werk van haar vader verhuizen ze om de paar maanden naar een andere afgelegen plek in de USA. Haar eindexamenjaar besluiten ze op een vaste stek door te brengen en dan gaan je de poppen aan het dansen. Boeiend zeker, maar wel voor de doorzetter.

Titiana de Rosnay – Haar naam was Sarah

Dit boek staat al maanden-(jaren?)lang in de top tien van de boekwinkels. Dat levert bij mij vaak een tegendraadse reactie op, maar deze keer heb ik eraan toegegeven. En gelukkig maar want het is een mooi en ontroerend boek. De laatste hoofdstukken hield ik het niet droog.
Een journaliste onderzoekt het wegvoeren van meer dan 13.000 Joden uit Parijs in juli 1942. Ze stuit op het verhaal van Sarah, een meisje van tien dat haar broertje weet te verstoppen op het moment dat er een razzia plaatsvindt. De hoofdstukken gaan afwisselend over Sarah en de journaliste. De verhalen zijn aangrijpend over het leed van de Joodse families, maar ook over de verkrampte manier waarop Fransen met dit deel van de geschiedenis zijn omgegaan. Het waren namelijk geen Nazi’s die deze razzia’s uitvoerden en de gezinnen in de kampen bewaakten. Het waren Franse politiemensen die orders uitvoerden.

David Mitchell – De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet

De afgelopen weken erg genoten van de nieuwe roman van David Mitchell. Hoofdrolspeler is Jacob de Zoet, boekhouder van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Hij woont rond 1800 met een dozijn Nederlanders op Deshima, een Japans eilandje zo groot als de Dam en de exclusieve toegangspoort voor handelswaren naar en uit Japan. Mitchell heeft zich ingespannen om het decor waarheidsgetrouw neer te zetten en slaagt daarin voortreffelijk; althans volgens internet bronnen die ik daarna raadpleegde.
Het is een spannende, interessante, meeslepende roman geworden, waarin ik veel kleurrijke figuren heb leren kennen evenals verschillen en overeenkomsten tussen Nederlanders en Japanners. Alle thema’s van het leven komen op subtiele wijze aan bod. En het slot? Prachtig!
De vertaling lijkt me een kunststuk op zich te zijn geweest. Mooie ‘oude’ taal, Japanse zegswijzen, lokale accenten. Het was dus ook een taalkundig genot om te lezen.
Al met al een echte aanrader!!

Isabel Allende – Het eiland onder de zee

Alweer slaagt Allende erin me mee te slepen naar verre oorden in tijden die ver achter me liggen. Deze keer naar Haïti rond 1800 waar de slaven in opstand komen en de eerste onafhankelijke staat in zuidelijk Amerika uitroepen. Gezien de catastrofe die het eiland heeft getroffen las ik het boek met extra belangstelling voor de historie.
Hoofdpersoon is een slavin die op een suikerplantage werkt. Haar domein is de woning van de plantage-eigenaar en al snel blijkt hij een oogje op haar te hebben. Er volgt een wervelend verhaal over slavernij en vrijheid, dochters en zonen, katholicisme en voodoo, zwarten en blanken en mulatten en affranchi’s. Na de slavenopstand wijkt de familie uit naar New Orleans – inmiddels ook getroffen door een catastrofe – waar het tweede deel van het boek zich afspeelt. Goed leesvoer.