In deel twee van de reeks Aardkinderen van Auel zoekt Ayla naar de Anderen. Mensen zoals zijzelf met een kin en een hoog voorhoofd en veel langer dan de mensen van de Stam. Ze vindt een vallei waar ze zich een tijdje kan redden en ontdekt veel over zichzelf. Tijdens haar verblijf ontdekt ze bijvoorbeeld dat ze het vermogen heeft met dieren een band aan te gaan: paarden, vogels en een holeleeuw. Wederom boeiend geschreven, maar hier bekroop me af en toe ook het gevoel van langdradigheid. Omdat het historisch zo interessant is, bleef ik wel lezen.