Wieringa schrijft korte en zeer korte reisverhalen in deze bundel. Het zijn kleine prachtstukjes, die de lust opwekken om ver te reizen. Vanuit de meest afgelegen plekjes schetst hij het leven en die getuigen van een mooi inzicht in het wel en wee hier en elders. De stukken over Cambodja waren aangrijpend. Aanrader!
Titiana de Rosnay – Haar naam was Sarah
Dit boek staat al maanden-(jaren?)lang in de top tien van de boekwinkels. Dat levert bij mij vaak een tegendraadse reactie op, maar deze keer heb ik eraan toegegeven. En gelukkig maar want het is een mooi en ontroerend boek. De laatste hoofdstukken hield ik het niet droog.
Een journaliste onderzoekt het wegvoeren van meer dan 13.000 Joden uit Parijs in juli 1942. Ze stuit op het verhaal van Sarah, een meisje van tien dat haar broertje weet te verstoppen op het moment dat er een razzia plaatsvindt. De hoofdstukken gaan afwisselend over Sarah en de journaliste. De verhalen zijn aangrijpend over het leed van de Joodse families, maar ook over de verkrampte manier waarop Fransen met dit deel van de geschiedenis zijn omgegaan. Het waren namelijk geen Nazi’s die deze razzia’s uitvoerden en de gezinnen in de kampen bewaakten. Het waren Franse politiemensen die orders uitvoerden.
Ap Dijksterhuis – Het slimme onbewuste
Dijksterhuis legt in dit boek uit hoe het zit met je bewustzijn en je onbewustheid. Wat stuurt nu je doen en laten? Uit onderzoek blijkt dat het onbewuste een veel grotere rol heeft in ons handelen dan we denken en zelfs geleerd hebben.
Het onbewuste heeft een veel grotere verwerkingscapaciteit van gegevens dan ons bewuste. Heel wat “denk”-werk gebeurt dan ook door het onbewuste. Ik ga een heel eind mee in de redenering van Dijksterhuis, maar het boek liet me wat onbevredigd achter. In de eindhoofdstukken, had ik (onbewust) het idee meegetrokken te worden door de materie, maar niet meer zo van harte als de starthoofdstukken. Misschien heeft dit te maken met het feit dat we voor een groot deel nog in het duister tasten over de werking van onze hersenen en het verwerken van informatie.
Het boek stimuleert me wel om meer nog dan nu te vertrouwen op het onbewuste; het gevoel dat er ineens kan zijn. Of de rust te zoeken om het onbewuste het werk te laten doen en te luisteren naar wat er boven komt borrelen. Al met al toch een boeiend boek.
Joop van Riessen – Fatale herkenning
Tweede boek van Van Riessen met in de hoofdrol de vrouwelijke hoofdinspecteur Anne Kramer. Het boek leest als een trein, is spannend en heel dichtbij. Bepaalde personen kwamen mij zeer bekend voor 🙂
Ook een grappig detail was de rol van een filiaal van de Coffee Company, waar de auteur graag vertoeft.
Centraal staat het dilemma van de bedreigde getuige. Gaat ze als getuige optreden of zijn de gevaren haar te groot? En hoe zorgvuldig gaat de politieorganisatie daarmee om?
Van Riessen put uit zijn ervaringen als hoofdcommissaris en ik ben blij dat hij schrijft!
Linda Keen – Intuïtieve ontwikkeling
Toegankelijk boekje met praktijkverhaal over de kennismaking met intuïtieve vermogens. Keen beschrijft persoonlijk verhaal over het leren aarden en het belang daarvan en het omgaan met energieën. Het tweede deel van het boek is besteed aan praktijkoefeningen.
David Mitchell – De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet
De afgelopen weken erg genoten van de nieuwe roman van David Mitchell. Hoofdrolspeler is Jacob de Zoet, boekhouder van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Hij woont rond 1800 met een dozijn Nederlanders op Deshima, een Japans eilandje zo groot als de Dam en de exclusieve toegangspoort voor handelswaren naar en uit Japan. Mitchell heeft zich ingespannen om het decor waarheidsgetrouw neer te zetten en slaagt daarin voortreffelijk; althans volgens internet bronnen die ik daarna raadpleegde.
Het is een spannende, interessante, meeslepende roman geworden, waarin ik veel kleurrijke figuren heb leren kennen evenals verschillen en overeenkomsten tussen Nederlanders en Japanners. Alle thema’s van het leven komen op subtiele wijze aan bod. En het slot? Prachtig!
De vertaling lijkt me een kunststuk op zich te zijn geweest. Mooie ‘oude’ taal, Japanse zegswijzen, lokale accenten. Het was dus ook een taalkundig genot om te lezen.
Al met al een echte aanrader!!
Marcel Prins & Peter Henk Steenhuis – Andere achterhuizen
De ondertitel luidt “Verhalen van Joodse onderduikers”. In het boek komen oude mensen aan het woord die terugkijken op hun onderduiktijd. Vaak waren ze als kind ondergebracht in gezinnen en is er flink met ze van gezin naar gezin geleurd. Uiteindelijk bleek dat in veel gevallen funest voor de relatie met hun ouders, als die al terugkeerden. Niet zelden gebeuren er ook wonderlijke dingen waardoor ze aan de ogen van de nazi’s of Nederlandse collaborateurs ontkomen. Mooie en aangrijpende verhalen. Wat ik me nooit zo gerealiseerd heb, is dat een deel van de onderduikgevers kozen voor het herbergen van Joden uit financieel gewin of behoefte aan huishoudelijke hulp. In die huizen ging het er vaak naar aan toe en werd misbruik gemaakt van de omstandigheden.
Judith Uyterlinde – De vrouw die zegt dat ze mijn moeder is
Judith Uyterlinde schreef in 2001 Eisprong, een prachtig boekje over een onvervulde kinderwens. In zekere zin is dit een vervolg hierop omdat het gaat over de adoptie van een kindje uit Guatamala. Maar Uyterlinde doet iets bijzonders; zij verweeft de adoptie met de geschiedenis van haar familie en vindt een opmerkelijke rode draad van kinderen die niet bij hun eigen moeder opgroeien. Wederom een prachtig boek in een heldere toon.
Esther Göbel – Een hemel zonder vogels
Göbel vertelt in dit boek het aangrijpende levensverhaal van Janny Moffie-Bolle. Zij groeit op in een joods gezin, overleeft diverse nazivernietigingskampen en probeert daarna haar leven weer op te bouwen. De schrijfster beschrijft dit in een heldere, feitelijke en haast staccato stijl, gebaseerd op de vele gesprekken die ze met Janny Moffie-Bolle voerde. Het is wederom indrukwekkend te lezen hoe levenskrachtig sommige mensen zijn. De staccato stijl waardoor je als lezer van scene naar scene springt, gaf mij achteraf wel het gevoel dat ik er snel doorheen was geloodst. Snel, want het is eigenlijk te afgrijselijk.
Karin Kooij, Pieter Kruijt, Rob Groen – Teamrol & Taal
De ondertitel luidt: “Men zette het konijntje op een hoge tak en zei: “Leer vliegen, konijntje”.
Dit leuke boekje gaat over het gebruik van taal en wat dat zegt over het soort rol dat je prefereert in teams andere vormen van interactie. Het is gebaseerd op de teamrollen van Belbin. Hij deed vanaf 1969 onderzoek naar gedrag in (management)teams en publiceerde twaalf jaar later zijn boek hierover. Het mooie van de theorie is dat het stimuleert om diversiteit na te streven in teams, maar belangrijker nog om heel goed te worden in de rol die je past. Dus niet investeren in wat je nog niet zo goed kan, maar heel goed worden in wat je al in je hebt en dus je authenticiteit versterken.
Door middel van interviews hebben de schrijvers onderzocht welke woorden en uitdrukkingen typerend zijn voor de verschillende rollen. Erg leuk om te lezen en behulpzaam in het begrijpen van drijfveren van mensen.