HhhH staat voor Himmlers hersenen heten Heydrich. Het is een innovatief boek waarin het proces van het schrijven van het verhaal en het verhaal zelf door elkaar lopen. Een kunstje dat gauw verveelt, kun je denken, maar dat is het beslist niet.
De roman gaat over Reinhard Heydrich, een machtige nazi en tweede man na Himmler. Hij is ook een wreed beest en bedenker van de praktische uitvoering van de vernietiging van de joden en andere vijanden van het Derde Rijk. Veel mensen kennen zijn naam niet en dat komt doordat verzetsstrijders in Tsjecho-Slowakije een stokje staken voor zijn opmars binnen de nazimachine.
Prachtig vertelde roman die me niet losliet en waarin ik als het maar even kon doorlas.
Categorie archieven: aanrader fictie
Hans Fallada – Alleen in Berlijn
Hans Fallada schreef dit boek (456 bladzijden) in 1949 in 24 dagen. Ongelooflijk snel, want het steekt zo mooi in elkaar, dat het lijkt alsof er lang en gedegen werk voor is verricht. Het gaat over een Berlijns echtpaar wiens zoon sneuvelt in de strijd. Dit zorgt voor een ommekeer in hun denken over de Führer en de man besluit in verzet te komen. Ze vinden een creatieve manier die de autoriteiten het bloed onder de nagels vandaan haalt, maar waarmee ze jarenlang ongemoeid kunnen doorgaan.
Fallada weet zijn hoofdrolspelers prachtig te typeren en voor ieder karakter kun je op enig moment wel sympathie opvatten. Het toont ook op meeslepende wijze de manier waarop een dictatuur werkt en hoe ingewikkeld het is je te weren tegen onrecht of het recht staande te houden.
Prachtig boek en zeer de moeite waard om te lezen. Aanrader!
Kathryn Stockett – Een keukenmeidenroman
Dit boek kreeg ik op mijn verjaardag en ik moet eerlijk bekennen dat de titel me niet echt aansprak. Toen las ik twee bladen met quotes uit allerlei kranten en tijdschriften en begreep ik dat het toch wel een bijzonder boek moest zijn. Dus ging het mee op mijn leesvakantie en na nog geen tien bladzijden wilde ik het al niet meer wegleggen. Het is dat mijn ogen ’s avonds snel dichtvallen, anders had ik het in een ruk uitgelezen.
Centraal staan twee zwarte huishoudelijke hulpen in het Mississippi van 1962. Dat zijn de tijden dat zwarten en blanken gescheiden leven en niet geacht worden met elkaar om te gaan, anders dan werkgever-werknemer. De derde hoofdpersoon is Skeeter een jonge talentvolle schrijfster die de verhalen van zwarte hulpen in het geheim wil vastleggen om hun stem te laten horen. Want ze worden geacht te zwijgen en te doen wat hen wordt opgedragen en soms is dat niet mals. Het blijkt niet gemakkelijk om de hulpen aan het praten te krijgen over hun bazinnen.
Nog grappig is dat ik bij het lezen van het boek moest denken aan de muziek van Caroline Herring en deze ook opzette. Later ontdekte ik dat ze uit dezelfde streek in Mississippi komen.
Jens Christian Grøndahl – Dat weet je niet
De afgelopen dagen was ik weer ondergedrompeld in de wereld van Grøndahl en die van mezelf. Mijn favoriete auteur die zo treffend kan beschrijven wat er in mijn hoofd om gaat. In deze laatste roman mogen we een weekje meekijken in de belevingswereld van een echtpaar. Om en om komen de man en de vrouw aan bod. Dezelfde belevenissen maar uit verschillende perspectieven. De liefde tussen hen, een terugblik op het verleden, de worsteling met de keuzes van hun dochter.
Het toonde mij weer eens hoe de liefde haar werk doet in stilte, zonder woorden maar met een weten van binnen dat het OK is. In stilte dus zonder dat je precies weet wat er in de ander omgaat en dat dat OK is. Soms twijfel ik wel eens of ik niet meer moet delen en moet praten, maar nu weet ik het weer. Dank Grøndahl!
Ayn Rand – De eeuwige bron
In 1943 schreef Ayn Rand dit boek, maar het is tijdloos gebleken. De oorspronkelijke titel is “The Fountainhead”. Centraal in haar boek staat de architect Roark die koste wat kost ontwerpt wat uit zijn bron naar boven borrelt. Hij is een compromisloze schepper. Zijn bouwwerken benemen mensen de adem; zowel uit afschuw omdat het angst oproept voor iets groters dan zijzelf, maar ook uit bewondering dat iemand daartoe in staat is. Tegenover Roark positioneert Rand de tweedehands mens. Zij die geen oorspronkelijke ideeën hebben, maar overnemen wat de krant of een begenadigd spreker hen voorkauwt. De tweedehands mens parasiteert op de ander.
Dat is confronterend om te lezen! Want hoe vaak ben ik niet een tweedehands mens. Het roept me ook op om te scheppen. Dat is geen fluistering meer maar een flinke bons op de deur!
Fantastisch boek dus.
David Mitchell – De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet
De afgelopen weken erg genoten van de nieuwe roman van David Mitchell. Hoofdrolspeler is Jacob de Zoet, boekhouder van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Hij woont rond 1800 met een dozijn Nederlanders op Deshima, een Japans eilandje zo groot als de Dam en de exclusieve toegangspoort voor handelswaren naar en uit Japan. Mitchell heeft zich ingespannen om het decor waarheidsgetrouw neer te zetten en slaagt daarin voortreffelijk; althans volgens internet bronnen die ik daarna raadpleegde.
Het is een spannende, interessante, meeslepende roman geworden, waarin ik veel kleurrijke figuren heb leren kennen evenals verschillen en overeenkomsten tussen Nederlanders en Japanners. Alle thema’s van het leven komen op subtiele wijze aan bod. En het slot? Prachtig!
De vertaling lijkt me een kunststuk op zich te zijn geweest. Mooie ‘oude’ taal, Japanse zegswijzen, lokale accenten. Het was dus ook een taalkundig genot om te lezen.
Al met al een echte aanrader!!
Franca Treur – Dorsvloer vol confetti
De debuutroman van Franca Treur is lovend besproken in de pers. En dat is terecht. Ze weet in een pure stijl heel mooi te verwoorden wat het betekent op te groeien in een streng christelijk gezin. “Want wat zul je straks zijn, m’n kind, als je voor Zijn rechterstoel zal staan: kaf of koren?”, dat is een tekst van haar oma die de kern raakt. Die zin bevat het absolute, het onontkoombare, het verstikkende en het schadelijke voor ieder kind dat opgroeit in zo’n omgeving. Er is geen ontsnappen aan. Zelfs als alles al lang is afgezworen, blijft die zin hangen, althans bij mij.
Hoofdpersoon is Katelijne en zij verkent – per ongeluk met alle goede intenties van een braaf kind – de grenzen van wat wel in niet kan in de gemeenschap. Haar oma predikt, haar moeder overleeft dankzij haar tuin, haar vader maakt er het beste van en haar broers nemen het gelukkig wat minder serieus. Aanrader!
Jonathan Littell – De welwillenden
De afgelopen weken heb ik meerdere keren overwogen te stoppen met lezen in dit boek. Wat een gruwelijkheden. Ik werd er letterlijk misselijk van en het boek kwam ’s nachts terug in mijn dromen. Toch heb ik het niet weggelegd, want het had me al gegrepen.
Littell beschrijft de Tweede Wereldoorlog vanuit het perspectief van SS-officier Max Aue. Hij wordt erop uitgestuurd om rapporten te schrijven over de uitroeiing van de joden achter het optrekkende Oostfront. Daarna van de situatie in Stalingrad en als hij dat ternauwernood overleeft, krijgt hij de opdracht ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk joden worden geselecteerd voor de arbeitseinsatz. Daartoe inspecteert hij de concentratiekampen in Oost Europa. Ondertussen leren we Aue beter kennen en wordt duidelijk dat hij er redelijk goed in slaagt te verbergen dat hij een getraumatiseerd mens is. De beschrijving van zijn episodes van verwarring zijn indrukwekkend. Evenals de manier waarop Littell dit allemaal met een grote historische feitenkennis weet te combineren, waardoor het ook leest als een geschiedkundig boek.
Carla de Jong – In retraite
De Jong heeft een origineel en spannend boek geschreven. Een groep mensen trekt zich tien dagen terug om hun leven onder de loep te nemen en eventuele problemen te lijf te gaan. Dat te lijf gaan is tamelijk letterlijk in de aanpak van begeleider Catherine. De Jong heeft een mooie schrijfstijl, weet de spanning goed op te bouwen en brengt alle spelers tot leven door ieder hoofdstuk het perspectief van een ander te kiezen. Ik kon het niet wegleggen.
Als je van psychologie en groepsprocessen houdt, is dit boek echt een aanrader! Overigens komt vrijdag 30 oktober 2009 haar tweede roman uit.
Sarah Dunant – In het gezelschap van de courtisane
Dunant zorgt ervoor dat ik het genre historische roman helemaal omarm. In deze roman neemt ze me mee naar Venetië rond 1527. Hoofdpersoon is een klein mens Bucino. Hij probeert samen met zijn zakenpartner, een courtisane, een nieuw bestaan op te bouwen, nadat ze in Rome alles zijn kwijtgeraakt en genadeloos zijn bewerkt met messen. Het blijkt niet eenvoudig om in Venetië op een min of meer legale wijze weer aan het werk te gaan. Allereerst omdat mevrouw ernstige verwondingen heeft die moeten genezen en haar haargroei weer moet terugkeren. Daarnaast is het noodzakelijk om een eerbiedwaardige beschermheer te vinden.
Ook in deze roman schetst ze weer als vanzelf de tijdsgeest en weet ze me zover te krijgen dat ik schilderijen van Titiaan ga opzoeken op internet. Ze weet de kunsten zo mooi te verwoorden dat mijn nieuwsgierigheid het van me overneemt. Aanrader voor liefhebbers van het genre historische roman!