Vanwege onze verhuizing naar Duitsland kreeg ik van Gigi deze Duitstalige klassieker van de Zwitser Max Frisch. Centraal staat James White die op doorreis in Zwitserland wordt gearresteerd omdat hij de verdwenen Zwitserse beeldhouwer Anatol Stiller zou zijn. Hij ontkent bij hoog en bij laag dat hij Stiller is, maar de bewijzen van het tegendeel stapelen zich op. Stiller is een aantal jaar daarvoor spoorloos verdwenen. De vrouw van Stiller, Julika, woont inmiddels in Parijs maar reist spoorslags af naar Zwitserland om White of Stiller te ontmoeten.
Intrigerende roman over identiteit, over het verband tussen liefde voor de ander en liefde voor jezelf. Het is een roman uit 1954 en dat merkte ik wel een beetje omdat ik het hier en daar wat langdradig vond.
Categorie archieven: fictie
Jens Christian Grøndahl – Portret van een man
Prachtig boek weer van mijn favoriete schrijver Jens Christian Grøndahl. Hij is dé meester in het beschrijven van (mijn) gedachtenwereld. Alsof hij in mijn hoofd kan kijken en meeluisteren naar alle spinsels.
In dit boek blikt een man terug door de betekenis te onderzoeken van de vrouwen in zijn leven. Van zijn moeder, tot zijn lerares, zijn ex-vrouw, dochter en minnaressen. Welke luiken ze hebben geopend en welke gesloten? Het boek ademt de melancholieke sfeer die Grøndahl zo goed kan scheppen, maar voor mijn gevoel minder zwaar dan in eerdere boeken. Of ik ben zelf opgewekter nu, dat kan ook.
Ik vind dat hij zo ontzettend goed kan schrijven. De omgeving, de lichtval, een gelaatsuitdrukking; steeds een pennenstreek waarmee hij sfeer schept. Erg mooi en het doet me denken aan de schilderijen van Hopper.
Ze keek me telkens maar een paar seconden aan, dan keek ze weer weg en richtte haar blik op een onbestemd punt buiten het raam. Het felle zonlicht werd doorsneden door de gebouwen die in de weg stonden en viel in scheve driehoeken en vierkanten in de straat. Een mooie middag. Het drong tot me door dat ze mijn blik niet alleen ontweek uit verlegenheid, maar ook uit respect, al kon ik niet veel meer dan vijf jaar ouder zijn dan zij.
Tom McCarthy – Dat wat overblijft
Deze roman van McCarthy is net als Mr Gwynn van Alessandro Baricco gebaseerd op een idee. Een idee dat tot in de puntjes moet worden uitgewerkt.
De hoofdpersoon van deze roman heeft ineens een enorme berg geld en vraagt zich af wat hij daar in vredesnaam mee moet. Hij besluit na een visioen dat hij aan heropvoering van belevenissen wil doen. Een volslagen excentriek en decadent voornemen. Hij gaat er ver in met inzet van acteurs.
Ik raakte geboeid maar had het op een gegeven moment gezien, waardoor ik ging skippen en diagonaal lezen. En ik moet niet meer zo erg van mezelf ieder boek uitlezen…
Sarah Waters – De huisgenoten
Waters heeft weer een boek geschreven dat ik niet kon wegleggen. Urenlang heb ik achter elkaar gelezen tot mijn rugspieren het niet meer trokken.
Het is 1922. Een oudere dame en haar dochter hebben een te groot huis en te weinig geld het te onderhouden en besluiten daarom huurders in huis te nemen. Een leuk jong stel. De dochter krijgt al snel wat intensiever contact met het stel en dan ontwikkeld zich een broeierige verhaallijn met fatale gevolgen. Meeslepend.
Mijn enige kritische noot is dat ik een heel eind meekom in de hoofdpersonen, maar een echt wezenlijk contact ermee ontstaat uiteindelijk niet. Misschien omdat het andere tijden waren, misschien omdat er cultuurverschillen zijn of misschien omdat Waters het net niet helemaal weet te raken.
Takashi Hiraide – De kat
IK heb het écht geprobeerd. Wel twee weken lang. Maar dit boek kan me niet boeien. Ik dacht ik lees eens iets literairs met mooie diepzinnige zinnen. Helaas zo weinig plot is niet aan mij besteed.
Een echtpaar dat in hun huisje zit te schrijven, krijgt dagelijks bezoek van de kat van de buren. Ze bouwen een band op. En wat de kat doet en wat zij dan doen en wat er überhaupt gebeurt met hun huis en steeg en tuin, daar gaat dit boek over.
Ieder zijn ding.
Renate Dorrestein – Weerwater
Het was lang geleden dat ik een boek las van Renate Dorrestein. Ik was vroeger fan (Verborgen gebreken, Een hart van steen, Ontaarde moeders), maar had de lol in het lezen van haar boeken een beetje verloren.
Met Weerwater, dat ik in een paar dagen uitlas, ben ik weer van de partij. Dit apocalyptische boek greep me vanaf het begin en ik moest en zou het uitlezen om te begrijpen wat er toch in vredesnaam aan de hand was in Almere.
Na een verwoestende storm blijkt Almere ineens afgesloten te zijn van de buitenwereld. Niets komt meer binnen of kan weg en er is ook geen stroom meer. De zon schijnt wel onbarmhartig en daardoor verwildert Almere en wordt de bevolking – of wat daar nog van over is – tot het uiterste op de proef gesteld om enige mate van beschaving te behouden. Meer vertel ik niet.
Soepel geschreven, geloofwaardige karakters, creatief.
David Mitchell – Tijdmeters
Wat een boek weer! Kanonnen, wat kan die Mitchell schrijven. Ik heb het boek nu vier dagen geleden uitgelezen en het laatste hoofdstuk blijft me maar bezighouden. Zo levensecht geschreven.
In deze roman beschrijft Mitchell episodes uit het leven van Holly Sykes. Steeds vanuit een andere personage, maar Holly blijkt een rode draad. Het verhaal begint in 1984 en eindigt in 2043 met een beschrijving van hoe de planeet er dan bij hangt. En daarmee wordt het een science fiction boek. Mitchell houdt zich wat dat betreft niet in en laat menig – nu nog – onverklaarbaars gebeuren. Omdat hij het zo vanzelfsprekend maakt, begin ik me zelfs af te vragen of ik ook kan “sub spreken”. Dat is een gespreksuitwisseling hebben zonder uitgesproken woorden; een soort telepathie.
De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik niet alles even boeiend vond en er ook even in moest komen. De gevechten kwamen mijns inziens niet helemaal uit de verf, daarvoor wacht ik maar op de film die vast en zeker van dit boek gemaakt gaat worden.
Aanrader!
James Carlos Blake – Schurkenbloed
Die Blake die kan schrijven! Wat een fantastisch verhaal over twee broers die op zoek gaan naar een stuk land van zichzelf in Texas rond 1845. In Texas heerst rond die tijd het recht van de sterkste. Zonder vuurwapen ben je niets en kan alles je ontnomen worden. Door bandieten, door soldaten, door Texas rangers, door Apaches of Comanches of iedere gek met meer vuurkracht. De broers zijn nog jong maar hebben van hun vader een degelijke survival training gehad en weten zich te handhaven, zelfs als hun wegen scheiden en ze allebei op drift raken.
Het leven is zeer hard in die tijd maar ook heel echt in de zin dat het niet over onbenulligheden gaat. Het roept een verlangen in mij op naar nomadisch avontuurlijk leven, maar ik besef me tegelijkertijd dat veel vrouwen in die tijd niet veel meer waren dan een keukenprinses en bedgenoot. Ik had natuurlijk liever zelf op een paard gezeten met twee Colts, een geweer en een deken…
Blake weet de hoofdpersonen prachtig neer te zetten en tot leven te brengen. Zeer lezenswaardig!
Joshua Ferris – De naamlozen
Een fascinerend boek. Een succesvolle advocaat heeft ineens een heel sterke aandrang om buiten te gaan lopen. Lopen totdat hij erbij neervalt van moeheid. Dan slaapt hij accuut in en is het aan zijn vrouw om hem weer op te pikken. De ziekte wordt steeds heftiger maar verdwijnt ook zomaar weer voor een periode. De artsen tasten in het duister.
Ferris weet het heel geloofwaardig te beschrijven, zowel vanuit het oogpunt van de man als zijn vrouw. Het boek gaat ook over onmetelijke liefde en wat je dan voor elkaar over hebt. Maar de mooiste delen zijn toch de hersenspinsels van de lopende man die stukje bij beetje letterlijk en figuurlijk verdwaalt. Fascinerend dus!
Milan Kundera – Het feest der onbeduidendheid
Een roman die een novelle is. Of kennen we het woord novelle niet meer?
Vier vrienden op zomaar een dag. In alle onbeduidendheid en toch ook weer niet. Kundera weet als een meester het verhaal te componeren. Humor, verdriet, heftigheid en zachtheid. Toch denk ik dat ik nog een paar lagen van het boek heb gemist, maar dat heb ik dan nog tegoed voor de volgende keer dat ik het lees.